Mijn opa, Anne Gerkes Faber ( 1869 - 1945 ), de vader van mijn vader dus, was getrouwd met Betje Dijkstra ( 1871 - 1907 ).
Hij studeerde voor notariaat en kreeg na zijn studie in 1895 een functie als kandidaat-notaris in Vlissingen.
Daar is ook op 2-2-1897 mijn vader, Gerard Taco, geboren. Hierna trok hij met het gezin naar Utrecht in de Donderstraat in de functie van
kandidaat-notaris. Na een korte periode vertrekt eerst Anne in maart 1904 terug naar Friesland door zijn benoeming als notaris en enkele maanden
later betrekt het gezin het pand aan de Osingalaene 1 in Langweer.
Ze leefden daar bovengemiddeld : ze hadden een auto, een tjotter de "Nemo" - in 1908 laten bouwen - en later een boeier de "Stânfries", waar mijn vader vaak
mee heeft gezeild, en noem maar op. Mijn vader had zelfs een motor en door de manier van rijden werd hij in de omgeving "de razende dood" genoemd !
Met de "Nemo" won mijn opa geregeld wedstrijden. Hij deelde deze boot met een goede vriend van hem, de huisarts Age Wijma, die in december 1907 de
huisartsenpraktijk van dr. Thijs de Walle in Langweer had overgenomen. In 1918 werd de "Nemo" verkocht en kocht Anne voor zichzelf de Friese boeier
"De Stânfries", gebouwd in 1873.
De auto van opa was één van de eersten in Langweer en had het kenteken B-392, vijf dagen later uitgereikt dan het nummer B-390 van zijn vriend Wijma,
12-6-1909 toegewezen. De "B" stond voor Friesland. In juni 1911 kreeg opa toestemming om een garage te bouwen achter zijn huis. Hij reed trouwens niet
zelf, want hij had een chauffeur in dienst.
    
    
In de auto op de foto hierboven zien we Anne Faber achter het stuur en zijn vriend Wijma naast hem. Op de achterbank zitten de vrouw van Wijma en met
witte muts Akke.
Het noodlot sloeg toe, toen Betje, drie jaar nadat ze in Langweer het huis hadden betrokken, in mei 1907 op 36 jarige leeftijd overleed aan TBC,
twee maanden na de geboorte van dochtertje Ida. Mijn vader was toen 10 jaar.
Anne en Betje hadden vier jonge kinderen : Emmy ( geb. 1896 ), Gerard ( geb. 2-2-1897 ), Otto ( geb. 15-7-1905 ) en Ida ( geb. 3-1907 ).
Aan de huishoudster Akke, een nicht van Betje, is toen gevraagd of zij voor de kinderen wilde zorgen, maar zij wilde dat alleen als ze met
Anne zou trouwen. Dat is gebeurd. Dit huwelijk bleef verder kinderloos. Zie de foto hieronder met staand : Gerard, Akke, Anne en Emmy en
zittend : Ida, de vader van Anne ( Gerke Annes Faber, 1838 - 1922 ; mijn overgrootvader, dus ), de ouders van
Akke ( Hiltje Fortuin-Meek en Jacob Fortuin ), en Otto met poes.
Hieronder nog een paar foto's van de familie in Langweer ....
    
    
    
Eind jaren dertig van de vorige eeuw dient een wereldwijde economische crisis zich aan, waar notaris Faber bijzonder hard door wordt getroffen,
omdat hij naast het notariaat ook het kassiersbedrijf uitoefende, waarmee hij hypotheken voor zijn klanten afsloot en investeringen deed op de beurs.
Die investeringen daalden dramatisch in waarde toen in 1929 de beurzen instortten. Een faillissement bleek al snel onvermijdelijk en dat werd
31 januari 1935 officieel bekend gemaakt. Met ingang van 29 maart van dat jaar werd notaris Faber bij Koninklijk besluit ontslag verleend uit zijn
betrekking van notaris te Langweer.
Het faillissement had nog een staartje wegens twee vermeende frauduleuze bedragen, wat de gemoederen danig bezig hield. De hieruit volgende rechtzaken
en geëiste gevangenisstraf werd tot de cassatie uitgevochten. De uitkomst hiervan kon niet achterhaald worden, zodat het niet duidelijk is, of
notaris Faber deze straf ook daadwerkelijk heeft uitgezeten. Bekend is wel, dat hij begin 1935 met stille trom Langweer had verlaten en bij zijn
broer Taeke Faber in Apeldoorn introk, alwaar hij pensionhouder werd.
Op 14 juni 1939 vertrekken Akke en Anne, die toen 69 jaar oud was, met de boot, de ms "Johan van Oldenbarnevelt", naar hun zoons
Gerard en Otto in Indië voor een ( vooralsnog ) korte vakantie ....